Maandelijks archief: september 2012

Taalwetenschap: hoe bevalt het me?

Standaard

Inmiddels volg ik al een maand colleges aan de letterenfaculteit, tijd voor een lijstje dus!

  • De colleges zijn een stuk luchtiger/losser dan op de betafaculteit. Er is veel (interessante!) discussie tussen de docenten en de studenten, de sfeer is vrolijk en soms wordt er hardop gelachen. Wat wil je dan ook als je college krijgt aan de hand van filmpjes van man bijt hond (een verborgen camera filmt vanuit de wieg het kraambezoek). Aan de hand van dit filmpje moesten wij de kenmerken van Child Directed Speech opstellen, en we kwamen behoorlijk ver. Zeker een leerzaam filmpje dus. De docent moest het wel twee keer laten zien, omdat iedereen de eerste keer niet meer bijkwam van het lachen. Trouwens, niet dat ze bij natuurkunde nooit grapjes maken. Maar dan zijn het meer grapjes zoals die in Big Bang Theorie ook voorkomen, bijvoorbeeld over een sferisch symmetrische kip in het vacuüm.
  • Niet heel onverwacht, maar er zijn daar dus veel meer meisjes dan jongens. De verhouding is eigenlijk hetzelfde als bij natuurkunde, maar dan omgekeerd. Ik vind het wel leuk om ook eens wat meer tussen de meiden te zitten. Voor een van beide vakken is er zelfs een vrouwelijke docent. Een jonge, vrouwelijke docent. Dat vind ik echt heel gaaf. De paar keren dat ik les had van een vrouw op de betafaculteit zijn op een hand te tellen: een professor, een andere professor, en een vrouwelijke werkcollegeassistent. Oh, en twee keer een invallende vrouwelijke werkcollegeassistent.
  • Lezen, lezen, lezen! Voor mijn natuurkundevakken bestaat het werk dat ik thuis doe uit het afmaken van de sommetjes van het werkcollege. Af en toe lees ik wel een stuk uit een studieboek, maar veel is dat niet en het is ook lang niet zo belangrijk als het maken van opgaven. Bij taalwetenschap is lezen juist het enige huiswerk dat er is. Zelf de boeken bijhouden volgens de studieplanners en dan ook nog elke week een wetenschappelijk artikel voor psycholinguïstiek. Ik vind het heerlijk, al dat lezen. En de boeken zijn zo interessant dat ik ze ook zou lezen als dat niet hoefde (ahem, nerd-alert). Maar echt. Dat was natuurlijk ook de reden dat ik deze minor ben gaan doen.
  • Dit heeft niet zoveel met de inhoud te maken, maar de alfafaculteit is net iets verder fietsen vanaf mijn huis. Waardoor ik dus steeds net te laat aankom. Inmiddels heb ik een andere route ontdekt, met name om half 9 is dit een uitkomst. Iedereen die wel eens rond 10 over half negen over de campus in Nijmegen heeft gefietst snapt denk ik waarom het handig is om op dat moment niet de hele campus over te hoeven.
  • Schrijven. Volgende maand moet ik voor moedertaalverwerving een populair-wetenschappelijk artikel inleveren over bijzondere taalverwervers. Voor mijn andere vak, psycholinguïstiek, gaan we zelf een onderzoekje doen. Ook daarover moet ik een verslag schrijven. Leuk! Het mooie is dat er bij beide vakken veel feedback is, je wordt aan het handje genomen. Eerst lever je een eerste versie in (bij psycholinguïstiek zelfs een losse versie van elk hoofdstuk), vervolgens krijg je daar commentaar op en mag je het nog eens inleveren. Bij moedertaalverwerving is er zelfs een heel peer-review systeem opgezet, waarbij het commentaar dus van je medestudenten (peers) komt.

Het bevalt me dus erg goed, aan ‘de overkant’. Eerlijk gezegd vind ik de stof echt interessanter dan die van mijn eigen studie. Daar staat wel tegenover dat dit nu allemaal nog nieuw en daardoor extra leuk is. Sowieso denk ik dat ik het rekenen, het abstracte, de moeilijke theoretische colleges wel zou missen als ik alleen maar taalwetenschap vakken deed. Voor nu ben ik blij met de afwisseling, dat maakt beide vakgebieden leuker voor mij.

Op reis! (Do Warszawy)

Standaard

Ik kan het nog niet helemaal geloven, maar komende herfst ga ik op vakantie (wakacje). In mijn eentje. Naar Polen. Om Pools te praten. Het plan was er al een tijdje, maar ik zag het eigenlijk nog niet helemaal gebeuren. Want voor het eerst alleen op reis (podróż), dat had best een hoge drempelwaarde voor mij. Laatst dacht ik (myślałam): als ik het nu niet uitzoek en boek doe ik het waarschijnlijk niet meer voor deze herfst (jesień), dus heb ik het maar gedaan.

De keuze van plaats (Warschau – Warszawa) en tijd (oktober – październik) heb ik maar gewoon van de reismogelijkheden en mijn tentamens laten afhangen. In tegenstelling tot wat ik dacht heb ik dit jaar geen echte herfstvakantie – al mijn halfjaarsvakken lopen gewoon door. Ik vertrek de dag na mijn laatste tentamen en kom de zondag (niedziela) erop terug. Zo mis ik maar twee (dwa) colleges, moet kunnen. Zeker omdat ik afgelopen zomervakantie niet weg ben geweest.

Omdat ik graag Pools wil oefenen leek het me leuker om bij mensen daar te slapen dan in mijn eentje in een hotel of hostel. Inmiddels heb ik via Couchsurfing een slaapplek gevonden. Mijn gastvrouw, een meisje dat net iets ouder is dan ikzelf, wil graag wat hulp met haar Engels, en zij kan mij helpen met mijn Pools. Ideaal! Ik vind het nog wel een beetje eng dat ik dan dus zomaar in mijn eentje ergens ga slapen, maar ik heb wel vertrouwen in Couchsurfing (en natuurlijk ook in het meisje bij wie ik een slaapplek heb).

Superleuk (bardzo miło) trouwens: ik had een oproepje geplaatst met wanneer ik in Warschau zou zijn en dat ik graag Pools wilde oefenen, en ik heb binnen een paar dagen zo’n 15 reacties gehad van mensen die me graag de stad (miasto) willen laten zien, willen afspreken of via email/skype willen helpen (pomocy). Blijkbaar is het toch best bijzonder dat iemand Pools wil leren, het maakt de mensen daar in ieder geval nieuwschierig (ciekawy).

Oh, en sorry (przepraszam) voor alle Poolse woorden (wyrażenie), ik moet veel oefenen! De laatste tijd was ik eigenlijk nauwelijks meer aan Pools toegekomen, maar nu ik over een maand (miesiąc) ook echt daar ben heb ik motivatie genoeg. Elke dag leer ik woordjes via Memrise, ik zit nu op ongeveer een kwart van de cursus met basiswoorden (1025 in totaal). Verder kijk ik soms wat youtube filmpjes, sms ik af en toe in het Pools met een vriend van me en heb ik een woordenboek en wat kinderboeken om mee te oefenen. Ik vind het geweldig om zo in een taal te duiken en zoveel nieuwe dingen te leren.

Ik geloof dat mijn lijst met voornemens, en überhaupt het hebben van een blog, een positieve invloed op me heeft. Ik denk niet dat ik anders zomaar in mijn eentje op reis zou gaan. Het is zo goed voor mijn zelfvertrouwen en mijn durf. Ik ben tegenwoordig veel bewuster bezig met hoe ik mijn leven graag wil leiden. En wat betreft ‘life starts right outside your comfort zone’: dit wordt geloof ik het stoerste wat ik ooit ga doen, zomaar in mijn eentje op vakantie. Over een tijd (czas) hier dus mijn eerste reisverhaal ooit :)

Meisje met de parel

Standaard

Met een kamer van 4.5m hoog en grote, witte, lege muren vonden we dat het tijd was voor wat kunst aan de muur. Maargoed, geen idee eigenlijk hoe je aan een schilderij komt. We dachten aan het goed, maar echt mooie schilderijtjes waren daar op dat moment niet. Een andere optie was de kunstuitleen. Dan moet je natuurlijk ook nog iets vinden wat je allebei aan de muur wil hebben hangen. Uiteindelijk is het iets heel anders geworden: zelf-maak-kunst.

Foto die in de viva stond

Ik had dit idee in januari al een keer in de viva zien staan, maar toen woonde ik nog op 12 vierkante meter met muren die zo vol hingen dat je meer posters etc. zag dan witte muur. Het werkt zo: je koopt een patroon, en volgens dat patroon sla je spijkertjes in de muur. Die verbind je dan met een touwtje (à la verbind de puntjes, uit puzzelboekjes van toen je nog klein was) et voilà. Met de kleur van je touw en het soort spijkertjes kun je het dan enigszins personaliseren. Tot mijn grote vreugde was vriendlief het wel eens met mijn lievelingskleur, paars.

Na wat zoek- en sjouwwerk hadden we alles in huis. Probeer trouwens voor de grap eens een plaat van 1 bij 1 op de fiets te vervoeren. We zijn lekker een avondje gaan knutselen (sorry voor de 311 spijkertjes, lieve onderburen). Het mooie is dat het best wel makkelijk is: het maakt niet zoveel uit als de spijkertjes schots en scheef staan en niet even diep erin geslagen zijn. Het ‘moeilijkste’ is denk ik om het goede patroon te volgen. Het patroon dat je koopt is namelijk voor 4 schilderijen (Meisje met de parel, de zonnebloemen, Feldhase, Liegender Hund im Schnee).

Als je klaar bent met de spijkertjes kun je ze gaan verbinden met touw. Na een tijdje kwamen we erachter dat buitenom en dan nog een rondje om elke spijker heen het handigst was. Ook kwamen we erachter dat ons touw (gewoon paars naaigaren) te dun was. Uiteindelijk hebben we het patroon dus heen-terug-heen gevolgd zodat de draad driedubbel zit. Ook dat maakt niet uit, ziet er nog steeds leuk uit. Als laatste scheur je het patroon onder de spijkertjes-en-draadjes uit. Het eindresultaat:

Anyway, ik heb weer een voornemen (in de categorie wonen) vervuld: zelf iets geknutseld voor in huis. Oh, en ter vergelijking nog even een foto van het echte schilderij.

ps. Waar haal je zo’n patroon nou? Bij hippe designwinkels met allemaal van dit soort grappige dingen. Hieronder staat een lijstje met winkels/steden die ik weet. Laat het me weten in de comments als je in een andere stad een winkel hebt gevonden die ze verkoopt, dan kan ik het hierbij zetten. Mensen komen namelijk vaak via google op dit artikel en dan kan ik ze verder helpen :)

  • Amersfoort, kunsthal KAdE, Smallepad 3
  • Nijmegen, Déjà Vu, Houtstraat 57

Afwassen

Standaard

Afgelopen dinsdag at ik bij Suus – en maakten we samen een fijne-dingen-in-de-herfst-lijstje. Na het eten deden we de afwas, en tijdens die afwas kwam ik erachter hoe fijn afwassen eigenlijk is. Nouja, niet per se leuk om te doen, maar vooral fijn als je hem dan doet/gedaan hebt.

Op mijn oude kamer liet ik de afwas meestal staan. Als een echte student deed ik eens in de zoveel tijd een grote, en vooral ook vieze, afwas. Soms zaten er nog (beschimmelde?) etensresten bij. Blehh. Dan stond die afwas me de hele week aan te staren. En iedere keer als ik hem zag staan en wel tijd had, en iedere keer als ik er iets bijzette: Elise, ga nou eens verdomme die afwas doen. Maar het is zoveel. En zo vies. En ik heb er geen zin in. Ik doe het later wel. Ken je die mentale discussie? Erg vermoeiend. Vaak kwam het er op neer dat ik hem dan deed als ik bijvoorbeeld geen bestek meer had, of geen borden ofzo. Gelukkig (helaas…) had ik relatief veel servies voor een student en hield ik het dus best nog even uit. Ook voor gasten niet zo prettig – want als je dan na het eten samen de afwas gaat doen is daar ook nog de berg die er al stond.

Tegenwoordig, bedacht ik me dinsdag, gaat het wel anders. Na het eten sta ik automatisch op om de afwas te gaan doen. Ik denk er niet eens meer bij na. En dat scheelt heel veel. Het is geen optie om hem niet te doen – bij eten hoort afwassen, net zoals koken eigenlijk. Dat is veel fijner. Ik heb niet meer die hele mentale discussie, ik voel me niet schuldig omdat ik toch eerst ben gaan computeren (en dat het dan daarna te laat is/ik te moe ben om hem nog te doen). Ik voel me de rest van de avond ook prettiger als ik de afwas al gedaan heb, dan is er niet meer de hele tijd dat knagende gevoel dat je misschien toch nog maar moet opstaan. Dan zit ik niet rustig en komt het er meestal op neer dat ik eindeloos rondklik op facebook, kan ik niet aan iets ‘echts’ beginnen, bloggen bijvoorbeeld, om nog de schijn op te houden dat ik elk moment op kan staan om de afwas te doen.

Nou helpt het ook wel dat ik ben verhuisd. Hier hebben we een eigen keuken, en dus ook ruimte voor een afdruiprekje naast de wasbak. (Op mijn oude kamer schoof ik een bureaustoel in de deuropening, met een dienblad met een theedoek erop als plaats om de natte spullen neer te zetten. Want de algemene keuken vond ik te smerig, en ik ergerde me aan afwas van anderen en wilde dus niet mijne ook daar laten staan. Niet echt ideaal allemaal.) Als je ergens net gaat wonen is alles nog helemaal netjes en schoon, en is er dus ook veel motivatie om het zo te houden. Ook helpt de nieuwe omgeving met het vormen van nieuwe gewoontes: afwassen na het eten is een ‘huisregel’.

Goed, het is dus fijner om de afwas gedaan te hebben. Maar hoe zorg je nou dat je hem ook daadwerkelijk doet? Hiervoor gebruik ik een tip die ik van Lianne kreeg tijdens de Self Help Summerschool: Do it for your future self. Doe die afwas dus om een dienst te bewijzen aan jezelf, je future self heeft dan namelijk een super relaxte avond. Zo erg is de afwas ook niet als je eenmaal bezig bent, vind ik. Zeker wanneer je het elke dag doet is het niet vies en aangekoekt.

Iets anders wat helpt is door de dag heen mijn afwas spoelen. Dit heeft vriendlief ingevoerd, en ik word er heel blij van. Daardoor is de afwas ook echt niet vies, het is zo gedaan. Als je toch al opstaat om je ontbijtkommetje bij de afwas te zetten kun je ook wel even snel de afwasborstel erdoorheen halen. Wanneer je het gelijk doet gaan echt alle etensresten er makkelijk af/uit. Een ander voordeel hieraan is (bij mij thuis) dat er voor de katten niets te halen valt op het aanrecht.

Het mooie aan gewoontes is dat ze na een tijdje vanzelf gaan. In het begin kost het wat doorzettingsvermogen om de gewoonte te creëren, maar als je hem eenmaal aangeleerd hebt, zoals ik nu met de afwas, kost het opstaan (om de afwas te doen) geen moeite meer. Over opstaan gesproken… dat is een gewoonte waar ik even wat energie in moet gaan steken. Elke ochtend blijf ik na de wekker nog een half uur liggen – en daar wordt het begin van mijn dag niet soepeler van. Ook niet fijner, ik lig namelijk vrijwel dat hele halve uur met mezelf te discussiëren over het al dan niet uit bed stappen. Ik denk dat ik daar in oktober een 30-day trial van ga maken.

Oh, en vergeet na de afwas niet je past self even te bedanken voor de moeite.

 

 

Zelfgemaakt!

Standaard

Een van de opdrachten van (het vervolg van) de self help school was om na te denken over wat je eet. Hoe wil je eten? Wat is je ideale dieet? Waar word je blij van? In eerste instantie kon ik niet heel veel met de opdracht, eten is niet echt heel belangrijk voor me. Later kwam ik erachter dat ik toch wel bepaalde idealen heb. Ik eet al een paar jaar af en aan vegetarisch. Sinds halverwege augustus is dat weer strikt vegetarisch. Een veel belangrijker ideaal voor mij is puur voedsel. Liefst zelfgemaakt. Eerlijk, biologisch voedsel zonder e-nummers en conserveringsmiddelen. Weinig toegevoegde suiker. Niet nep, zoals light-producten, maar gewoon echt eten.

Maargoed, het is niet heel haalbaar om dit in een keer te veranderen. Vegetarisch eten is best makkelijk: je stopt gewoon met vlees eten. Natuurlijk is wel gezonder om even na te denken over voedingsstoffen en vervangers, maar de verandering an sich was voor mij goed te doen. Zelf eten maken daarentegen kost tijd. Een pak cruesli in de supermarkt uitzoeken is makkelijker dan een recept opzoeken wat je lekker lijkt, alle losse ingrediënten kopen en vervolgens nog een uur in de keuken staan om het te maken. Inmiddels ben ik dus bezig om langzaam, stapje voor stapje, steeds meer over te stappen op zelfgemaakt eten.

Notenmuesli, vers uit de oven

Opzich was mijn oude eetpatroon voor een student al best gezond. Veel groente en fruit, bijna niets uit pakjes, weinig echt heel neppe dingen zoals roze koeken. De eerste verandering in mijn dieet was bovengenoemde muesli. Voorheen ontbeet ik met notencruesli van quaker, inmiddels maak ik een keer per week zelf een batch notenmuesli (recept van Vegadutchie). Zoveel lekkerder dan die uit een pak! En helemaal biologisch, dat voelt voor mij toch ook beter. De eerste keer vond ik het erg veel werk, maar recepten worden altijd makkelijker als je ze vaker uitvoert. Het voordeel is ook dat je het helemaal kan maken zoals je wil. Zo laat ik de kokosrasp uit het recept weg, want ik hou niet zo van kokos. Met name met het gedroogde fruit kun je ook lekker variëren. Ik gebruik altijd gewoon de gedroogde abrikoos uit het recept, maar ik heb gehoord dat gedroogde appeltjes ook heel lekker zijn, en wil het binnenkort zelf met cranberry’s proberen.

Muesli’reep’, nog niet gesneden

Inmiddels zit de muesli ‘in mijn systeem’ en ben ik met iets nieuws begonnen. Gisteravond maakte ik voor het eerst zelf mueslirepen (recept van Some-like-it-raw). Dit zodat ik gemakkelijk vullende tussendoortjes mee kan nemen naar de uni. Ik heb al even geproefd, en ze zijn heerlijk. Volgens vriendlief smaken ze naar appeltaart (ik heb de rozijnen in het recept vervangen door gedroogde appeltjes). Ik verwacht dat dit recept ook gaat ‘blijven hangen’. Het project voor daarna is zelf brood maken. Ik heb al een recept van Jamie Oliver voor walnoten-abrikozenbrood. Mocht ik voortaan altijd zelfgemaakt brood willen eten dan mag ik de broodbakmachine lenen die stof staat te vangen bij mijn ouders.

Mijn eerste groene monster ooit – juli dit jaar

Een andere gezonde toevoeging aan mijn ‘dieet’ zijn groene monsters (ik bedoel dus niet dat ik op dieet ben, maar versta onder dieet gewoon alles wat ik eet). Voor wie daar nog nooit van gehoord heeft: smoothies met niet alleen fruit maar ook groente. Ik vond het best een raar idee om groente in smoothies te stoppen, maar het is hartstikke lekker en (natuurlijk) heel gezond. Zelf hou ik het nog vooral bij neutrale groente, bijv. spinazie, veldsla of komkommer in combinatie met veel fruit. Ik heb een keer een smoothie gemaakt met meer groente dan fruit, maar dat was nog teveel van het goede. Iets anders waar ik benieuwd naar ben zijn green juices, qua ingrediënten lijkt dat op green monsters, maar in plaats van te blenden verwerk je het met een sapcentrifuge (juicer), zodat je alleen het sap en niet het vruchtvlees hebt.

American breakfast

Zelfgemaakt vind ik belangrijk, maar gezond hoeft niet altijd. Sowieso is zelfgemaakt eten vaak al gezonder dan het supermarkt-equivalent. Vanochtend ontbeten we met zelfgemaakte maple syrup pancakes (recept van Jamie Oliver). Niet bepaald gezond, wel superlekker. We aten ze buiten, de zon staat ’s ochtends op ons balkon. Buiten ontbijten is echt een heerlijke start van de dag, zeker in september voelt het als een cadeautje dat het nog kan.

Tips om je aandacht bij het college te houden

Standaard

Heb je dat ook wel eens, dat je jezelf er tijdens een college op betrapt ergens anders te zijn met je gedachtes? Ik heb het echt dagelijks. Meestal is het maar kort, maar soms zit ik hele colleges lang te dagdromen. Dan heb ik in mijn hoofd alweer hele verhalen geschreven voor op mijn blog, heb ik gesprekken met mensen in mijn hoofd, analyseer ik de dag (of de kleding van de docent…). Inmiddels heb ik ook al een aantal manieren om te voorkomen dat ik afgeleid word, of om mijn aandacht weer terug te brengen als het stiekem toch gebeurt.

  1. Volg leuke vakken. Ik kan mijn aandacht veel makkelijker bij het college houden als ik het oprecht interessant vind wat de docent vertelt. Daarom is het belangrijk om vakken te kiezen die je echt graag wil volgen. Nu snap ik dat bij elke studie leuke en minder leuke vakken horen, maar probeer in ieder geval in je keuzeruimte je interesse te volgen. Mocht je trouwens geen van je vakken echt interessant vinden dan is het tijd om eens kritisch na te gaan denken over je studiekeuze.
  2. Kies vakken van leuke docenten. Hoe interessant een onderwerp ook is, sommige docenten kunnen alles saai brengen. En andersom. Maak daar op een positieve manier gebruik van en kijk als je je studieprogramma samenstelt ook naar wie het vak geeft. Voor mijzelf geldt vaak ook dat leuke docenten interessante vakken geven. Toeval?
  3. Maak aantekeningen. Sowieso helpt dit je waarschijnlijk in je studie, doordat je dingen beter onthoudt als je ze opschrijft, maar het werkt ook goed om je aandacht erbij te houden. Doordat je meeschrijft zit je niet alleen maar lam naar het bord te staren maar heb je vanzelf een actievere houding. Wat ik zelf eigenlijk altijd doe is alles meeschrijven vanaf het schoolbord. Dit is  lastiger wanneer je college hebt van powerpoint slides, wat je dan zou kunnen doen is dingen opschrijven die de docent vertelt over de slides (het voelt zo nutteloos om slides over te schrijven). Dit meeschrijven heeft echt wel eens voorkomen dat ik in slaap viel tijdens een bepaald vak.
  4. Als je piekert over iets en daardoor je aandacht er niet bij kan houden: schrijf het op en leg het weg. Daarmee haal je het vaak ook weg uit je hoofd. Dit is vooral makkelijk als het bijvoorbeeld om een boodschappenlijstje gaat. Iets moeilijker is het wanneer je echt ergens mee zit, bijvoorbeeld een ruzie en het niet los kunt laten. In dat geval ligt het waarschijnlijk niet aan het college dat je je aandacht er niet bij kunt houden. Mocht iemand hier tips voor hebben dan zijn ze welkom!
  5. Mochten je gedachtes afdwalen: ga er als een boeddhist mee om. Dus constateer dat je afgeleid was, zonder te oordelen (ik ben te dom voor dit vak; wat slecht dat ik me niet kan concentreren; etc), haal een keer diep adem of neem een slok drinken of iets dergelijks en breng je aandacht terug naar de docent. Als je jezelf dit aanleert conditioneer je jezelf om bij elke slok drinken (of diepe ademhaling) weer goed op te letten, en gaat het andersom ook werken: bij een slok drinken ga je je vanzelf concentreren.
  6. Loop een rondje in de pauze. Ga bijvoorbeeld een kop thee halen om de vorige tip mee uit te voeren. Doordat je even wat beweging hebt kun je je daarna weer beter concentreren.
  7. Zet een deur of raam in het lokaal open. Wij zitten soms met heel veel mensen in een zaaltje zonder ventilatie en dat is echt dodelijk voor je concentratie. De meeste docenten vinden het geen probleem als je even opstaat om dit te doen, maar voor de zekerheid kun je het (evt in de pauze) even vragen. Meestal ben je namelijk niet de enige die hier last van heeft, en een docent heeft ook liever alerte studenten dan een stel apathische goudvissen en wordt zelf waarschijnlijk ook gaar als het lokaal muf en vol is.
  8. Stel vragen tijdens het college (of, als dat niet handig is: bedenk ze). Daarmee dwing je jezelf om over de stof na te denken en ben je er dus automatisch mee bezig. De meeste docenten vinden het ook leuk als mensen echt geïnteresseerd zijn in de stof en beantwoorden graag vragen. Verder kun je hiermee het college beter aan je eigen niveau aanpassen. Mocht het bijvoorbeeld veel te moeilijk zijn dan kun je een docent wat afremmen door om extra uitleg of tussenstappen te vragen. Kijk hier wel een beetje mee uit en maak een inschatting van hoe je medestudenten het vinden. Als iedereen het moeilijk vindt zullen ze je dankbaar zijn, maar ik ken bij mijn eigen studie ook een paar irritante vragenstellers. Bijvoorbeeld de jongen die bij analyse II niet wist wat een deelrijtje was (geïrriteerde docent: een deelrijtje is een deel van de rij). Of de jongen die zoveel irrelevante, kijk-mij-slim-zijn vragen stelde dat er op een gegeven moment een zucht door de zaal (incl. docent) heen ging wanneer hij zijn hand opstak.
  9. Geen laptop/smartphone/tablet op tafel. Mocht je hem nou echt nodig hebben, bijvoorbeeld omdat je het boek erop hebt staan, zet dat dan fullscreen en ga niet facebooken/surfen/twitteren/whatever. Voor je het weet ben je de hele draad kwijt en kun je het niet meer volgen. Als je echt liever andere dingen wil doen kun je beter niet naar het college gaan.
  10. Ga verder naar voren zitten. Dit is met name handig in grote en/of drukke groepen. Dan versta je de docent beter, zie je het bord beter en is er minder voor je om je af te leiden. Het is erg moeilijk om je te concentreren als je mee kan kijken op het laptopscherm van iemand voor je die plants vs zombies zit te spelen.
  11. Zorg dat de ‘randvoorwaarden’ goed zijn. Je kunt je beter focussen als je uitgerust bent, geen honger of dorst hebt en niet naar de wc hoeft. Niemand kan zich concentreren als zijn blaas op springen staat.

Het ironische aan dit verhaal is dat ik het bedacht tijdens mijn college Electrodynamics eerder vandaag. Braaf als ik ben volgde ik gelijk zelf tip nr. 4 op. Het werkte: ik schreef in steekwoorden een lijstje met tips op en kon me daarna weer veel beter op de docent concentreren.

Tip voor als je de hik hebt

Standaard

Oke, een beetje willekeurig dit, maar wel handig. Ik heb namelijk soms de hik, maar bij mij is dat niet iets subtiels. Nee, de hele collegezaal heeft er last van. Ik kan het niet tegenhouden en maak de raarste geluiden. Vaak zijn mijn hikken zo gewelddadig dat ik er zelf van schrik.

Gelukkig heb ik ook een handige, snelle manier om van de hik af te komen. Het enige wat je nodig hebt is een flesje water, iets dat ik zelf altijd bij me heb. De truc is om heel langzaam het flesje leeg te drinken zonder te stoppen. Je at het dus eigenlijk heel langzaam en geconcentreerd. Ondertussen (het duurt best even) adem je door je neus. Dat is allemaal best moeilijk, en daardoor moet je heel rustig en beheersd ademen en drinken. Ik geloof dat dat is waarom het voor mij werkt.

Ik ken ook iemand (degene waarvan ik dit trucje geleerd heb) die dit kon zonder glas water. Als hij de hik kreeg hoefde hij alleen maar even kort zich te focussen op zijn ademhaling en dan was het zo weg. Zo ver ben ik (nog?) niet, ik heb het water drinken er echt bij nodig, maar hoe cool is het dat je dan je hik gewoon wegmediteert!

De mooiste boekhandel van het land

Standaard

Afgelopen jaar ben ik twee keer in Maastricht geweest om te shoppen. Een keer om de stad te zien en te winkelen en een keer voor de Selexyz Dominicanen. Ze maken er zelf reclame mee de mooiste boekhandel van de wereld te zijn. Dat weet ik niet zeker, maar dat het de mooiste is waar ik ben geweest staat vast.  Niet dat het nou qua boekhandels het beste ooit is – het is gewoon een Selexyz zoals we die in mijn stad ook hebben.

De boekhandel is gevestigd in een kerk uit de middeleeuwen, en dat maakt haar prachtig.

Het is denk ik ook de combinatie van boeken en de sfeer die in zo’n grote, oude kerk heerst die het bijzonder maakt.

De koffiehoek, in het gedeelte waar volgens mij vroeger het altaar heeft gestaan, vond ik het allermooist.

Mocht je ooit een keer in Maastricht zijn, dan zou ik je zeker aanraden hier even binnen te lopen. Of, zoals wij, een hele middag rond te dwalen.

 

Update: voornemens

Standaard

De afgelopen tijd heb ik een paar van mijn voornemens vervuld. Ik heb ook wat voornemens vervuld die niet op het lijstje stonden, een voorbeeld daarvan is dat ik nu een rekening heb bij de Triodos bank. Hier een overzichtje:

Gedaan (of in ieder geval geprobeerd):

  • Een maand lang bewust internetten. Het is alweer een tijdje terug, maar vrijwel de hele maand juli (en mei) heb ik me aan mijn voornemen gehouden. Ook in juli lukte het net niet helemaal, het is alsof ik mezelf hierbij graag wilde saboteren, ik stopte er namelijk twee dagen van te voren mee. Uiteindelijk heb ik nu dus in totaal al zo’n 55 dagen mijn mail en mijn facebook maar een keer per dag geopend, dat is wel fijn. Inmiddels zit mijn internetgebruik weer op een piek, en overweeg ik om het weer te minderen. Misschien komt het ook door de eerste studieweek, maar ik ben echt weer heel veel lusteloos aan het rondklikken. Facebook, mail, twitter, reader, opnieuw facebook, opnieuw mail, etc. Tegenwoordig heb ik dus ook twitter, die ga ik dan meenemen in mijn beperkende maatregelen.
  • Een housewarming organiseren. Afgelopen zaterdag hadden we hier zo’n 30 mensen te gast, een beetje vol maar wel supergezellig. Ons huisje is nu helemaal ‘warm’ en weer ietsje completer. Binnenkort, als we de laatste dingen gefixt hebben (poef, vitrinekast, bijzettafeltje en plantenbakken), wil ik een vervolg op deze post met foto’s van ons huis maken. Ditmaal met leuke details, omdat we vorige keer vooral meubels hadden maar verder nog een beetje een kaal huisje. Dit is trouwens de enige foto die ik van (de voorbereidingen van) ons feestje heb, toen het eenmaal begonnen was heb ik niet meer aan het fototoestel gedacht.

Mee bezig:

  • Een vak volgen aan een andere faculteit van mijn universiteit. Zoals jullie hier al konden lezen wil ik een minor taalwetenschap gaan doen. Sinds deze week volg ik dus twee vakken aan de letterenfaculteit, en het bevalt me heel goed. Volgens mij wordt het geen probleem om dit voornemen helemaal te vervullen. De colleges zijn nu al heel anders dan bij ons (want: geen uur rekenen op het schoolbord maar dingen bediscussiëren aan de hand van slides/artikelen/filmpjes), maar dat maakt dit juist zo’n leuke verbreding. Ik moet ook zelf in een groepje een taalwetenschappelijk onderzoek gaan doen en in een tweetal een populair-wetenschappelijk artikel schrijven. Zin in!

 

In de planning:

  • De grote plastic fotohoes opvullen en ophangen en het fotoboek dat nog in het plastic in een la ligt vullen met foto’s. Laatst verzuchtte een vriend van me dat hij echt een keer zijn foto’s van studiereizen moest uitzoeken en eventueel laten afdrukken. Toen hebben we maar besloten om een dagje bij elkaar te gaan zitten om al onze foto’s uit te zoeken en te beslissen welke er geprint gaan worden. Die dag is morgen, dus hopelijk neem ik na het uitzoeken en afdrukken ook de moeite de foto’s in te plakken / op te hangen. Hangt er gelijk weer iets nieuws aan onze nog steeds vrij lege muren :)
  • In mijn eentje op reis gaan en Polen bezoeken en daar de taal proberen te spreken. Dit is nog niet helemaal zeker, maar het lijkt erop dat ik een week vrij ben in de herfst (al mijn tentamens zijn in de eerste tentamenweek). Mocht dat inderdaad zo zijn dan ga ik proberen een Pools gastgezin te vinden waar ik een weekje Pools mag brabbelen. Ik kwam laatst een Pools meisje tegen in de trein, en het viel me nog aardig tegen hoe moeilijk het is om zo uit het niets Pools te praten. Wel leerde ze me deze nuttige zin: ‘Chcę się nauczyć Polskiego.’ (ik wil Pools leren) (dit kan ik dus echt uitspreken).

Paaldansen

Video

Ik besefte me laatst dat ik hier eigenlijk nog nooit iets geschreven heb over paaldansen, terwijl dat toch mijn favoriete sport is. Laatst liet ik een foto van paaldansen zien aan een groep meiden, en kwam ik erachter dat het toch niet helemaal alledaags was, zo bijzonder vond iedereen het. Komende zondag komen twee van hen hierheen om het ook een keer te proberen :)

Deze houding heet de cliffhanger

Laten we eerst maar het grote vooroordeel over paaldansen uit de weg helpen. Het is niet sletterig en heeft niets te maken met het clichébeeld van nachtclubdanseressen dat je in films vaak ziet. Ik zie het zelf meer als turnen, maar dan aan een verticale paal in plaats van aan de brug of op de balk. Het is een hartstikke zware sport, je wordt er sterk van en hebt veel techniek nodig. En ja, je kan er ook sexy omheenparaderen en dan met je billen schudden, maar dat is niet wat je leert tijdens een cursus paaldansen. Je hebt inderdaad een kort broekje aan (je hebt het grip nodig) en het is een showsport, maar dat maakt het niet heel anders dan turnen of kunstschaatsen.

Waar bestaat de sport verder uit? Je kunt het (grofweg) in 3 onderdelen verdelen. Draaien, klimmen/zitten/etc en hangen. Bij de cursus die ik volg begonnen we met verschillende draaien, omdat dat redelijk makkelijk is en er al gauw hip uitziet. Het volgende wat we leerden was in de paal klimmen en zitten. Dit is, met name in eerste instantie, best bikkelen! Daarnaast heb je nog het gedeelte wat ik ‘hangen’ noem, de cliffhanger op de foto is daar een voorbeeld van. Dit is mijn favoriete gedeelte, lekker op-zijn-kop trucjes doen in de paal. Het zijn soms echt staaltjes acrobatiek die je uitvoert om van de ene naar de andere houding te komen.

Paaldansen is geen sport voor watjes, ik kom elke week terug met blauwe plekken en een hoop spierpijn. Ik vind het heerlijk, daaraan voel je dat je goed gesport hebt. De blauwe plekken vond ik in het begin wel even wennen, maar het hoort erbij, en daardoor merk je ook hoe snel je vooruit gaat: dingen die de eerste keer heel veel pijn deden doe ik nu fluitend. En, bonus, je krijgt een mooi gespierd en lenig lichaam van paaldansen. Omdat je zoveel verschillende dingen doet gebruik je volgens mij echt al je spieren, ik heb regelmatig dat ik na een les spieren voel waarvan ik niet wist dat ik ze had.

In tegenstelling tot hardlopen, waar ik een beetje een knipperlichtrelatie mee heb, vind ik paaldansen altijd leuk om te doen en kost het me eigenlijk geen moeite om ‘vol te houden’. Sterker nog, ik stap met liefde op de fiets naar het sportcentrum, ook als het regent of als het vriest, en dat zegt echt veel bij mij. Deze zomervakantie heb ik ook een aantal keer getraind bij vriendinnen thuis, en stond ik soms zelf vroeg op om voor de hitte van de dag te kunnen sporten. Wat een vooruitgang, als je bedenkt dat ik tot een jaar geleden nauwelijks sportte!

Hopelijk heb je zo een beetje een beeld van wat paaldansen inhoudt. Als afsluiting een filmpje van een optreden van mijn docente, Hanka Venselaar. Dit is een optreden in samenwerking met een koor op een rustig nummer, supermooi. Als je wil zien hoe spectaculair paaldansen kan zijn raad ik dit filmpje aan, met dit optreden is ze Europees kampioen geworden.