Ik ga meedoen aan een schrijfwedstrijd. Huh, echt? Ja, eng he! Ik doe mee aan deze schrijfwedstrijd voor jongeren. Tenminste, ik heb nu een verhaal klaarstaan, ga het morgen nog eens goed overkijken, en hopelijk ook insturen. Als ik het dan nog durf. Maargoed, ik heb het nu online gezet, dat ik meedoe, dus dan is het waar en moet ik ook meedoen. Want zo werken die dingen.
Ik doe niet mee om te winnen. Dat zeg ik nou wel, maar aan de andere kant doe je toch mee om te winnen, het heet namelijk niet voor niets een wedstrijd. De prijzen voor de regionale voorronde zijn boekenbonnen, die wil ik best graag hebben. Het nadeel is alleen dat, als je je regiovoorronde wint, je een nieuwe tekst moet schrijven voor de landelijke finale. Als je die wint krijg je een macbook pro (cool), een blogcontract en een paar optredens (eng, geen tijd voor). Nu had ik al moeite met het schrijven (en vooral verzinnen) van een verhaal, laat staan dat ik er dan binnen drie weken nog een moet maken.
Het leuke aan winnen is natuurlijk dat er heel veel mogelijkheden voor je opengaan om schrijver te worden. Ik weet niet of ik schrijver wil worden. Ik weet ook niet of ik natuurkundige wil worden. Vroeger wilde ik kinderboekenschrijfster worden. Waarom kinderboeken? Nou, omdat die veel leuker zijn dan volwassenenboeken. Dat weet ieder kind. Als dat niet zou lukken wilde ik bibliothecaresse worden, van de jeugdafdeling, zodat ik alle jeugdboeken kon lezen en kon kiezen welke er in de bieb moesten staan.
Laatst had ik een ingeving. Ik had mijn bachelorscriptie teruggekregen met positief commentaar. Met name dat ik alles zo helder had uitgelegd. Toen bedacht ik me dat ik uitleggen inderdaad leuk vind, en schrijven ook, en natuurkunde ook. Een combi daarvan is natuurlijk het schrijven van een studieboek over een of ander natuur- of wiskundig onderwerp. Nou is dat helaas niet echt een baan. Het is meer zo dat (bekende) onderzoekers studieboeken schrijven om onderwerpen uit te leggen die met hun vakgebied te maken hebben. Aan de andere kant schrijft elke medewerker van de universiteit wel eens zelf een dictaatje.
Liever nog dan professioneel schrijver zou ik professioneel lezer worden. Ik vind lezen namelijk (nog) leuker dan schrijven. Het ding is alleen dat de meeste mensen die bijvoorbeeld professioneel lezen ook recensies schrijven en dus voor een krant ofzo werken. Ik ben alleen niet heel kritisch. Wel op spelling en op grammatica. Een zin hoeft van mij niet grammaticaal coorect te zijn, als hij maar mooi is of leuk klinkt. Maargoed, qua inhoud moet je het vrij bont (of eigenlijk: heel saai of juist heel naar) maken voordat ik het niet meer leuk vind om te lezen. En als ik een boek niet leuk vind lees ik het meestal niet eens uit, laat staan dat ik het dan nog zou recenseren. Dan krijg je alleen maar positieve recensies. Eigenlijk net zoals op de pagina ‘Favorieten’ dus.
Ik heb trouwens ooit al een schrijfwedstrijd gewonnen. Op de basisschool hadden we elk jaar een schrijf- en tekenwedstrijd, waarmee je zilveren en gouden griffels en penselen kon winnen. In de kleuterklas won ik de gouden griffel. Mijn verhaaltje bestond uit een zin, iets over een lieveheersbeestje geloof ik. De rest van de bladzijde was een tekening van het verhaaltje. Nou denk ik dat de meeste kleuters nog niet echt kunnen schrijven, en dat het daar misschien mee te maken had dat ik won. In groep zeven won ik de zilveren griffel, met een verhaal over een konijn dat het medicijn tegen aids (of was het kanker?) ontdekte.
Anyway, ik denk niet dat ik bij deze wedstrijd in de prijzen ga vallen. Dat voelt als slecht schrijfkarma, want als je er zelf al niet in gelooft, wie dan wel? Dus bij dezen denk ik van wel. Dat voelt als slecht karma, een beetje opschepperig. Wie denk je wel niet dat je bent, Elise? Laat ik het er maar op houden dat ik mijn best heb gedaan op het verhaaltje en dat we vanzelf wel merken wat de jury er van vindt.
Ik vond het trouwens behoorlijk moeilijk om een verhaal te schrijven. Een stuk moeilijker dan de serieuze, informatieve teksten die ik voor mijn studie vaak moet schrijven. Een stuk moeilijker ook dan de teksten die ik hier online zet. Ik wilde een spannend verhaal schrijven, maar dan krijg je al snel zinnen die nogal cliché aanvoelen. Soms had ik echt het gevoel dat ze zo in een Bouquet-romannetje konden. Nadat ik al hakkelend een eerste versie had geschreven in de carnavalsvakantie heb ik het verhaal tot vanochtend laten liggen. Inmiddels had ik van 3 vrienden commentaar gekregen. Nu kreeg ik natuurlijk van mijn vrienden precies tegengesteld commentaar, dat zul je altijd zien. Uiteindelijk ben ik vanochtend maar gewoon een beetje op gevoel gaan knutselen aan het verhaal. Ik geloof dat het beter is geworden, and if not, in ieder geval langer. Morgen ga ik het nog eens overkijken en misschien hier en daar een zinnetje veranderen, maar meer ga ik er niet aan doen.
Wat betreft de wat-wil-je-later-worden-als-je-groot-bent kwestie: ik wil gelukkig worden. Ik denk dat daarbij hoort dat ik iets van werk doe. Ik hoop dat ik mezelf niet ga blindstaren op inkomen maar ook let op wat ik écht leuk vind om te doen, dat ik er voldoening uithaal. Als ik dat in de gaten hou komt het er uiteindelijk vast op neer dat ik iets van lezen of schrijven doe.
Update: Zo, het verhaal is af en ingeleverd. De winnaars worden op 7 mei bekend gemaakt, dus dat duurt nog wel even. Mocht mijn verhaal erbij zitten dan komt het ook online te staan en zet ik er vanaf hier een linkje heen. Nu ga ik lekker slapen.